Vijf twintigers, in de fleur (of kwart) van hun leven, over hun ervaringen met FOMO en JOMO. Over het studentenleven, verwachtingen van anderen en excuses verzinnen. Ook over overpriced koffies, maar dat zou ons nu te ver leiden.
Van Fear Of Missing Out (FOMO) naar Joy Of Missing Out (JOMO): de ultieme Quarterlife-oplossing! Althans, als je het internet mag geloven. Anderzijds staan sociale media vol leuke en onvergetelijke momenten. Ook op mijn Instagram is dat vaak het geval, want waarom zou je die eenzame vrijdagavond willen delen met je volgers? Of je nu eerder angst of plezier voelt wanneer je iets dreigt te missen, is iets wat je zelf mag en kan uitmaken. Net zoals deze vijf aan het doen zijn.
Elise, 24 jaar, studeert nog bij
FOMO? Dat moet je Elise geen twee keer vragen, het liefst van al staat haar agenda bomvol. “Twintigers met FOMO of JOMO? Boeit mij wat, zolang je mij niet alleen laat is het goed”, zegt ze al lachend - maar wel gemeend. Verwondering alom als Elise niks gepland heeft en er toch niet bij is. “Mede door mijn FOMO ben ik wel vaak oververmoeid en dan denk ik: beter eens wat rustiger aan doen.” Tot ze daarna, tot haar eigen grote verbazing, weer op een terrasje is beland. “Enkele jaren terug was het wel nog heftiger, nu kan ik al eens zeggen dat ik naar huis ga als ik moe ben.”
“Vaak kan het ook wel deugd doen om onder de mensen te komen, ook al heb je er niet meteen zin in.” Nu de meerderheid van haar vriendenkring werkt of begint te werken, merkt ze zelf ook wel dat het soms moeilijker is om spontaan eens af te spreken. Alhoewel, als zij begint met werken, zal dat absoluut wel een vereiste zijn. Aan haar toekomstige werkgever: u weet wat u te wachten staat.
Wout, 21 jaar, studeert en loopt stage
“Eens iets gaan drinken is wel tof, maar het hoeft niet elke week te zijn.”
Pendelstudent Wout had me al voor ons gesprek gewaarschuwd: “Ik ervaar wel echt geen FOMO.” Een fervente JOMO-aanhanger dacht ik dus, zelf zegt hij dat hij gewoon niet echt de nood heeft om altijd overal bij te zijn. “Ik ben geen uitgaander en zit ook niet op kot, dus dan ga ik niet telkens blijven om te blijven.”
Dat FOMO niet enkel vanuit jezelf ontstaat, vindt Wout ook. “Het is een wisselwerking hé, je moet het jezelf niet altijd te hard aantrekken, maar anderen moeten ook niet blijven pushen als je toch liever thuisblijft.” De geregelde 'Wout mag nog eens buitenkomen'-opmerking kan hij naast zich neerleggen. Al voelt hij zich wel schuldig tegenover zijn vrienden als hij eens een excuus verzint.
“Ik merk wel, nu ik stage loop, dat ik bij nieuwe contacten wel wat FOMO kan hebben. Je wil bij je collega’s natuurlijk ook op een goed blaadje staan, dus dan drink ik de vrijdagavond iets mee. In het begin keek ik daar wel wat tegenop, nu amuseer ik me vooral.” Maar zijn ultieme self-care moment is afspreken met zijn vriendin (en ‘s avonds in zijn bed liggen, maar dat klinkt minder charmant).
Arthur, 22 jaar, studeert en loopt bijna stage
“De gedachte ‘beter dat dan thuis zitten’ heeft mijn FOMO wel enorm versterkt.” Andere plannen of gewoonweg te druk? “Dan probeer ik dat meestal wel op een andere manier te compenseren, bijvoorbeeld door een andere keer iets in de plaats te doen.” Buiten toch wel wat FOMO, snakt Arthur meer en meer naar eerder betekenisvolle momenten. “Na een leuke dag of avond, denk ik soms alé, daar had toch nog meer in kunnen zitten.”
Wanneer ik hem ten slotte vraag wat hij ons (mede-quarterlifers) nog zou willen meegeven, is er weinig aarzeling. “I wish there was a way to know you were in the good old days before you actually left them.” De befaamde quote van acteur en komiek Ed Helms uit The Office US is hem sinds het middelbaar altijd bijgebleven. “Jaren later ga je nostalgisch terugkijken op deze leeftijd, of de jaren daarvoor. Ik probeer meer naar voor te kijken, maar met Ed Helms in het achterhoofd, apprecieer ik wel meer de leuke belevenissen samen op het moment zelf.”
Anoniem, 22 jaar, afgestudeerd en werkt
Om openlijk te kunnen praten over FOMO/JOMO, heeft deze persoon gevraagd anoniem te blijven. Maar deze ambitieuze meid heeft wel veel te zeggen over de dagelijkse FOMO’s en JOMO’s, dus kon ze niet ontbreken. Dit jaar heeft ze haar diploma behaald én begon ze vrijwel direct te werken. “Door te beginnen met werken, werd ik wel echt uit die studentenomgeving gehaald, wat ervoor heeft gezorgd dat ik nu eerder neig naar JOMO”. Een minder vrije opvoeding dan haar vriendinnen en de vele huishoudelijke taken, kunnen wel op haar en haar sociaal leven wegen. “Tot enkele jaren terug had ik meer last van FOMO, het was confronterend om niet overal bij te kunnen zijn. Dat heeft thuis regelmatig tot ruzies geleid.”
“Na een volledige dag werken en sociaal zijn met collega’s, geniet ik nu zoveel meer van alleen zijn. Pas sinds enkele maanden kan ik echt genieten van mijn eigen aanwezigheid.” Wel is ze soms bang dat haar vriendinnen een sterkere band kunnen hebben, aangezien ze elkaar vaker kunnen zien. “Uiteindelijk moet je je niet verplicht voelen om het drukste leven te leiden, iedereen heeft een eigen pad en bewandelt dat op eigen tempo.”
Lucas, 21 jaar, studeert
Het antwoord op de vraag of Lucas al eens excuses heeft verzonnen om rustig thuis te blijven in plaats van af te spreken met vrienden? “Schat, ik zou er geld voor moeten krijgen!” Toch is hij er wel altijd graag bij en heeft hij in zekere mate wel wat FOMO. “Een gezonde portie JOMO heb ik nu wel, vroeger was mijn FOMO veel erger.”
“Ik verzin niet graag excuses als ik eens niet kom, ik wil mijn vrienden ook niet kwetsen. Het is ook een compliment dat ze mij erbij willen, dus probeer ik zoveel mogelijk te gaan in plaats van weg te rotten thuis. Achteraf ben ik vooral blij dat ik geweest ben.”
“Ik heb snel het idee dat ik iets gemist heb als ik er niet bij ben. Dat is ook waarom ik altijd op tijd wil komen als we met vrienden iets doen” (de tien minuten te laat voor dit interview heb ik hem ondertussen min of meer vergeven). “Niet alles is ook per se FOMO, vaak wil je er gewoon bij zijn en samen leuke dingen beleven.”
“Als FOMO je niet belemmert, is er niets mis mee”
Naast opruimcoach en motiverend spreker is Nele Colle ook auteur van JOMO! The joy of missing out en Je krijgt zoveel meer ja als je nee kan zeggen. In haar boeken deelt ze haar inzichten als opruimcoach; niet alleen in je huis, maar ook in je hoofd.
Ik heb met Nele gesproken over keuzes maken en hoe opruimen kan helpen bij ingaan tegen FOMO. “In de psychologie beschouwen we FOMO als een vorm van verliesaversie”, duidt ze, “bij velen voelt het van nature niet fijn om dingen te verliezen of iets te missen, hierdoor ontstaat een soort afkeer.” Last hebben van FOMO is volgens haar niet leeftijdsgebonden, maar wel afhankelijk van persoon tot persoon. “Uit mijn ervaring als opruimcoach zie ik dat FOMO vaker voorkomt bij mensen die algemeen gezien niet goed zijn in keuzes maken.”
Met haar boeken wil ze lezers een andere kijk geven op hun spullen en hen helpen bepaalde ervan los te laten. “Wanneer men iets weggooit, denken ze veel te missen en tekort te schieten”, aldus Nele, “mijn ervaring leert dat dat al bij al meevalt en je krijgt bovenop meer ruimte en rust.” Opruimen kan dus een manier zijn om te oefenen in loslaten, waaronder ook het akelige gevoel van FOMO. “De kern is om te kiezen voor zaken die voor jou belangrijk zijn, en niet puur te handelen uit FOMO.”
Is JOMO dan de ultieme oplossing? “Het gaat altijd over balans. Als FOMO je niet belemmert, is er niets mis mee en kan het goed zijn om jezelf af en toe uit te dagen”, zegt ze. “We leven nu echt wel in een supermaatschappij: we hebben zoveel keuzes en dat is leuk, maar ook lastig.” Nele beaamt dat we elke dag verplicht zijn om veel keuzes te maken, “Vaak hebben we heel de wereld aan ons voeten, waardoor in onze maatschappij FOMO ook meer uitgesproken is dan vroeger.”
Comments