top of page
Foto van schrijverNynke Marijke Gerbenzon

"Plakkerige aandacht": social media houdt ons krampachtig vast

Bijgewerkt op: 23 mrt

Hoge schermtijden, verhoogde kans op depressie, spanning, en stress: ons social media gebruik is over het algemeen gigantisch, en de invloed is tastbaar. Toch lijken wij, vooral jongeren en quarterlifers, er niet mee te stoppen. Voordelen zijn er genoeg, maar zijn die het wel waard?  


een hand houdt een gsm met touchscreen vast. het scherm staat open op het "social media"-mapje, waar verschillende social media apps in zitten
© Magnus Mueller /Pexels

Uit recent onderzoek van internetvergelijk.nl, in samenwerking met het bedrijf Multiscope, blijkt dat 76,51% van de Nederlandse jongvolwassenen (18 tot 34 jaar, 451 respondenten) vindt dat onze samenleving beter af zou zijn zonder social media. Dit, ondanks dat er toch wel voordelen aan vast zitten: vooral het onderhouden van sociale contacten met andere mensen. AWeSome, een onderzoeksproject van de Universiteit van Amsterdam geleid door Prof. Dr. Patti Valkenburg, is het hiermee eens: volgens het rapport van 2023 vindt 54% van de 480 ondervraagde Nederlandse jongeren (14 tot 17 jaar) dat social media een positief effect op hun geluksgevoel heeft, en vindt 57% dat social media ook goede invloed heeft op hun vriendschappen. Dit laatste komt door het hoge contact dat social media toelaat, gezien je niet in dezelfde kamer hoeft te zitten om te kunnen communiceren. 


Maar het geluksgevoel dat in het onderzoek wordt genoemd valt niet alleen samen met vriendschappen en sociale contacten. Ook afleiding is hier een belangrijk onderdeel van. Maar 8% van de jongeren in het onderzoek geeft aan dat zij nooit of bijna nooit afleiding zoeken op sociale media als er iets naars gebeurd is of als zij ergens mee zitten: 92% doet dit dus wel. Een grote meerderheid.

 

“Ik ben iemand anders online.”

In theorie is dit logisch. Sociale media bestaat tegenwoordig veel uit korte filmpjes die vooral vermaak als doel hebben: feitjes (en niet-feitjes, gepresenteerd als een feitje) versimpeld uitleggen, analyses van media en literatuur delen, roddels en theorieën verspreiden. “Je aandacht wordt opgeslokt door andere onderwerpen, en je denkt niet meer aan dat wat je dwars zit,” zegt Elle (25). “Ik denk dat ik het met opzet doe.”


Rory (20, non-binair) zit op de universiteit en beaamt dit: “Op TikTok hoef ik niet echt te participeren in de informatie, zoals ik wel op Twitter/X zou doen, en je hoeft alleen maar te scrollen. Je opent de app, je ziet content dat je vermaakt, en dan klikt er iets: je brein gaat even uit.” Ook zoekt Rory vaak afleiding bij online vrienden. “Als ik een shitty dag heb gehad, dan kan ik online gaan en praten met anderen over onze gedeelde interesses,” zegt die. “Er valt minder druk op me, omdat mijn online vrienden mij niet in het echt kennen. Ik ben iemand anders online. Het is makkelijker om me door hun geluk en lol beter te voelen.” 


Het lijkt niet een slecht iets te zijn, afleiding via social media. Je geluksgevoel gaat omhoog door niet meer aan de realiteit te denken, en je communicatie met je vrienden blijft makkelijk. Toch zijn er mensen die zich zorgen maken over het effect van social media: je aandachtsspanne, wanneer gecombineerd met de afleiding die dus als positief wordt gezien, lijdt eronder. 

 

Plakkerige aandacht

Dr. Zachary Irving, Assistent-Professor aan de University of Virginia, doet er onderzoek naar. Hij noemt het soort aandacht dat wij ontwikkelen door ons gebruik van social media 'plakkerige aandacht': met algoritmes zorgen social media-sites ervoor dat we voortdurend geprikkeld worden tijdens het scrollen en zo langer de app geopend houden. “Er is opgemerkt dat morele verontwaardiging hoger is, en dat digitale afleiding kan zorgen voor smartphone-gerelateerde spanning”, zegt hij. Hij vergelijkt social media met een soort drug die je vooral nerveus maakt, maar je toch blijft gebruiken. Niet gewild, toch moeilijk om vanaf te komen. Zoals Elle zegt, “Ik voel spanning, en dan zoek ik onderwerpen op social media die nog meer spanning veroorzaken. Het is net alsof ik verslaafd ben.”


Rory merkt dat hun sociale mediagebruik een effect heeft op hun aandachtsspanne. Waar die voor het krijgen van een mobiele telefoon een boek per week verslond, kan die nu alleen nog maar boeken lezen als dat moet voor de uni. “Ik kan me gewoon niet concentreren.” Als ik vraag of hun aandacht dan zich alleen vastplakt op social media, moet Rory lachen. “Ja, eigenlijk wel. Het is vervelend, vooral met TikTok en hun algoritme. Ik kan het niet negeren omdat ik weet dat het er is, maar het zorgt er wel voor dat ik 6 uur van mijn dag kwijtraak.”


"Het blijft maar doorgaan."

Dr. Irving denkt een oplossing te hebben gevonden voor die plakkerige aandacht. Zijn metaforische afwasmiddel is meer tijd voor spontaniteit, en je brein gewoon zijn gang laten gaan. Hij noemt het the shower effect, of het douche-effect: wanneer je iets doet waar je niet echt bij na hoeft te denken – douchen, koffiedrinken, de hond uitlaten – dan begint je brein een beetje rond te dansen. Je gaat dagdromen. “En dagdromen ondersteunt je creativiteit en spontaniteit”, zegt hij. “Plakkerige aandacht gaat niet samen met dagdromen, want in plaats van vast te zitten bij 1 ding, denk je spontaan aan heel veel dingen.”


Wanneer mensen afgeleid zijn, zijn ze volgens Dr. Irving juist minder gelukkig. Maar wanneer mensen spontaan zijn en hun gedachten de vrije loop laten gaan, zijn ze over het algemeen juist blij en energiek. Bovendien ondersteunt spontaniteit ons oplossingsvermogen zodat we door kunnen gaan zelfs als we op een groot probleem stuiten. “Ons brein houdt van spontaniteit omdat het ons helpt om niet vast te komen zitten in één gedachtegang”, aldus Dr. Irving. Je telefoon neer, dus: je mag je wel eens vervelen. 

 

Doomscrollen

Het grootste probleem blijft de social media die de plakkerige aandacht juist voedt. Het begin van het echte algoritme in 2016 was het begin van de eyes on app-mentaliteit, volgens Dr. Irving. Facebook en YouTube wilden de schermtijd van hun individuele gebruikers verhogen en creëerden een algoritme, zodat de tijdlijn aangepast werd aan de gebruiker. Nadat het naar voren kwam dat de algoritmes inderdaad werkten, begonnen andere social media deze ook te gebruiken. Voor veel van de tegenwoordige quarterlifers betekent dat dat social media écht ‘verslavend’ werd toen zij halverwege of tegen het einde van hun tienertijd zaten.


Het eerdergenoemde prikkelende effect van een tijdlijn dat op een algoritme is gebaseerd uit zich vaak in doomscrollen. Doomscrollen is de actie van veel tijd besteden aan óf het lezen van veel online nieuwsberichten, óf het consumeren van veel korte video’s. Als je doomscrolt heb je de tijd niet in de gaten, en ben je daarna vaak vermoeid: er komt zoveel (vooral negatieve) informatie binnen dat je hoofd vol komt te zitten. Daarbij past het algoritme zich ook aan, waardoor het juist meer negatief nieuws laat zien. “En het blijft maar doorgaan”, zegt Elle, die zich erin kan vinden. “TikTok en Twitter, dat zijn de geijkte plekken waar ik heen ga om te doomscrollen. Meestal doe ik het als afleiding voor andere dingen.” 


En als doomscrollen over nieuws gaat, komt die morele verontwaardiging weer terug. Rory: “Je krijgt zo’n idee dat de wereld slecht is en je boos moet zijn op dingen waar anderen ook boos op zijn. Het is FOMO, maar dan met nieuws. Je vogelt uit op wie je moet stemmen, welke bedrijven je moet boycotten, en wat er aan de hand is in Palestina. Het is erger op Instagram, waar veel mensen zitten die ik ken. Je krijgt een gigantisch verantwoordelijkheidsgevoel. Dat is echt niet fijn.”


Een ongezonde nieuwsconsumptie dus, want zelfs een journalist mag op vakantie. Maar hoe moet je dat stoppen? Het heeft hetzelfde antwoord als eerder: leg je telefoon neer, en probeer van langzaamaan die gewoonte te minderen. 

 

“Die gretigheid, dat staat me niet aan.”

Matthijs (25) is het gelukt zijn schermtijd en social media gebruik te minderen. “Ik zat vooral veel op Discord en Instagram voor sociale contacten, en op YouTube voor algemeen vermaak”, zegt hij. “Nu nog steeds, maar een stuk minder dan voorheen.” Dit komt vooral doordat hij opzettelijk dingen ging opmerken: irritante reclames en ‘slechte’ algoritmes als van YouTube Shorts. “Ik erger me te veel aan de reclames om de apps regelmatig te gebruiken. Die gretigheid van de bedrijven, dat staat me niet aan.” 


En ook Rory probeert het nu: “Ze hebben er een verdienmodel van gemaakt. Ik zie steeds meer hoe het nu eigenlijk in elkaar steekt.” Hoe Elon Musk probeert om winst uit Twitter/X te halen bijvoorbeeld, met de blauwe vinkjes. “Zo’n verificatie zorgt ervoor dat jouw tweet naar boven wordt gehaald op de tijdlijn, maar dat is dus een reclametechniek om een blauw vinkje te kopen.”


Is dat dan de oplossing? Moet je aandacht besteden aan hoe de bedrijven geld proberen binnen te harken, en dan ga je je zo erg ergeren dat je de apps minder of zelfs niet meer gebruikt? Het is zeker iets om te proberen, vooral als simpelweg je telefoon neerleggen helemaal niet zo simpel is. Of je nou doomscrolt, een andere soort afleiding zoekt, of je gewoon wilt vermaken, ergernis veroorzaakt door reclame en een kunstmatig veranderd algoritme kan altijd naar voren komen. Onze generatie is goed in cynisme en woede: laat het blijken.

42 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Kommentare


bottom of page