Het ligt niet aan u, het ligt aan mij
- Nynke Gerbenzon
In 2022 vroeg mijn beste vriendin, een Nederlandse, waarom ik het zo lastig vond om vrienden te maken nu ik in België woon. Ik had haar net een klaagzang van een halfuur ten gehore gebracht, en het was het eerste wat ze zei behalve de gebruikelijke Jezus, ja’s en fucking écht hoor’s. Ik, gefrustreerd en een beetje eenzaam, antwoordde na zo’n drie seconden nadenken dat het aan België zelf lag.
Deze mening ondersteunde ik met niks meer en niks minder dan ‘cultuurverschillen’. Het was niet mijn schuld, ik ben gewoon een Nederlander. De zuiderburen – want ik zat mentaal nog steeds op kot in Groningen – zijn gewoonweg een beetje voorzichtiger in hun uitspraken dan de gemiddelde Nederlander, die je vrolijk zal vertellen dat het nieuwe kleedje dat je voor 5 euro bij de solden hebt gekocht er inderdaad uitziet als een jurk van 5 euro. En dan zo’n toevoeging van, “Maar wél leuk, hoor!”, alsof zoiets slap de onbedoeld scherpe uitspraak zal doen verzachten.
Ik had de indruk dat ik me nog niet goed had aangepast aan een maatschappij die minder brutaliteit verwelkomt dan het koude kikkerlandje dat erboven ligt. Ik stootte er tegenaan, dat automatische stereotype dat naar m’n kop werd geslingerd zodra ik mijn mond opendeed. Respectloos, bijdehand, en bot. Het idee dat de Nederlandse baldadigheid er met de paplepel wordt ingegoten is niet per se verkeerd, gezien er mij als kind werd verteld dat ik met mijn leerkracht in discussie moest gaan als ik het niet eens was met wat hij vertelde. Toch is het niet zo dat elke Nederlander hier ver in gaat. Eerder dat grove, die neiging om gelijk ter zake te komen, dát komt meer voor. Ik weet nog goed dat mijn moeder een hotelreservering maakte bij de Ibis in Heverlee, aan de E40. Ze viel gelijk met de deur in huis en de receptioniste merkte op dat dit haar typisch Nederlands maakte: een Belg had eerst vijf minuten over het weer zitten kleppen.
En toch denk ik tegenwoordig, zo’n anderhalf jaar later, dat brutaliteit en botheid niet zozeer de verwoestende trekjes zijn op het gebied van Nederlands-Belgische vriendschappen. Misschien kom ik soms wat hard over, maar zulke grote verschillen zitten er niet tussen de Vlaming en de Nederlander. Nee, het grote probleem hier is mijn leeftijd: ik ben te oud voor een kliekje, groepjes zijn al gevormd, en ik kom er gewoonweg niet tussen. Ik zou hetzelfde probleem hebben in Nederland, maar daar héb ik al vrienden, dus dan valt het minder op. De enige oplossing is een andere eenzame zielenpiet vinden, hopend dat zijn interesses overeenkomsten hebben met die van mij. En zo niet, dan ga ik desnoods wat vaker naar Noord-Nederland treinen; die botte oetlullen zijn het ongelooflijk, tering-irritant gekloot met de SNCB/NMBS en de NS én Arriva zeker waard.